Constituties

Anderson heeft de constituties niet uit het niets bedacht. Het was meer een kwestie van het verzamelen, ordenen en wellicht ook het herinterpreteren van enige oude maçonnieke brondocumenten, te beginnen met het Regius Charter uit 1390. Dit betrof waarschijnlijk een charter voor de operatieve metselaren, waar de speculatieve metselaren uit geput hebben.

De constituties bevatten naast de Charges (plichten)  ook een maçonnieke geschiedenis vanaf de tijd van Adam (!) en enkele maçonnieke liederen. Vooral de (oude) plichten zijn als brondocument voor de vrijmetselarij van grote betekenis geweest. En grotendeels zijn ze dat nog steeds. De vraag in hoeverre deze Constituties in hun tijd moeten worden gezien speelt nog steeds vandaag de dag. De United Grand Loge of England (UGLE) hanteert de plichten nog steeds als toetssteen voor de regulariteit van een loge.

Gemengde vrijmetselarij was zeker in de tijd dat de Constituties geschreven werden, en voor velen ook nog vandaag de dag, geen echte vrijmetselarij. In de oude plichten wordt in het Engels gesproken over "man" en "men" (als in man resp. mannen ) en brethren (als in broeders). Van vrouwelijke vrijmetselaren wordt nergens gerept. Een ander punt in de Constituties is de eis dat men godsdienstig moet zijn om vrijmetselaar te kunnen zijn, een uitgangspunt dat heden ten dage lang niet altijd onderschreven wordt door vrijmetselaarsloges of -ordes.

Dat neemt overigens niet weg dat de in de Constituties beschreven werkwijze van de vrijmetselarij, inclusief de functies en de bijbehorende verantwoordelijkheden, nog steeds algemeen wordt aangehouden.

download de Constitutions van Anderson hier (4.7Mb)